Gedeeltelijke kraag

Het muntfouttype dat bekend staat als “gedeeltelijke kraag” lijkt op brede slagfouten, omdat het het gevolg is van een storing in de muntmachine tijdens het slaan van de munt. Tijdens het slaan van de munt komen drie elementen gelijktijdig in actie: de bovendie, de onderdie en de kraag.
Zoals eerder besproken in de subcategorie van breedslag, is de kraag de ring die de ronde vormen vasthoudt en dient om de diameter en eventuele insnijdingen aan de rand van de munt te definiëren. Tijdens het reguliere slaan wordt het muntplaatje door de voedingsarm in het gat van de kraag geduwd, rust op de onderste dobbelsteen, terwijl de bovendie neerdaalt en het in één slag in een munt verandert. Onmiddellijk daarna stijgt de onderste dobbelsteen en haalt de voedingsarm de nieuw geslagen munt eruit.
Bij gedeeltelijke kraagfouten slaat de bovendie echter op het muntplaatje wanneer de kraag zich onder de vooraf vastgestelde hoogtedrempel bevindt. Als gevolg hiervan hebben munten die zijn geproduceerd door gedeeltelijke kraagfouten altijd een onregelmatige en ongelijke omtrek. Het is belangrijk op te merken dat dit type slaanfout zeer zeldzaam is, maar soms kan worden gecombineerd met andere soorten fouten.